‘Anderen geven de patiënt pijnstillers, ik bied het medicijn aan.’

Interview Hans-Werner Sinn, Doorbraak - meer dan een mening, Mai 2013, S. 16

Het tijdstip was toeval, maar had eigenlijk niet beter kunnen worden gekozen. Precies op de dag dat de Cypriotische banken hun deuren terug openden en men chaos en zelfs geweld vreesde, vond in de luxueuze en goed beschermde omgeving van De Warande een symposium plaats met de wat donkere titel ‘Europa in crisis’. Het publiek bestond uit diplomaten, politici van de V-partijen, economen, bankiers en Vlaamsgezinde ondernemers. De hoofdspreker op het symposium was de Duitse professor Hans-Werner Sinn.

Doorbraak: Professor Sinn, u bent positief voor Jeroen Dijsselbloem en de manier waarop de Cyprus-crisis werd aangepakt. Is er dan reden tot optimisme?

‘De toestand is ernstig, maar in elk geval is het al een grote verdienste van Jeroen Dijsselbloem om de noodlottige trend naar de socialisering van de schulden te breken. Daarmee bedoel ik dat het gedaan moet zijn dat de gemeenschap in geval van nood borg staat voor de fouten van individuen. De belastingbetaler kan niet blijven opdraaien voor de kosten die ontstaan zijn door te grote risico’s van de financiële wereld.’

U verwijst hier eigenlijk naar het probleem van ‘moral hazard’?

‘Inderdaad. Portfoliomanagers en investeerders hebben roekeloos gehandeld om erg hoge kortetermijnwinsten te halen. In geval van een crash hopen ze op een <em>bailout </em> door de overheid. Want de staat heeft er natuurlijk alle belang bij om chaos te vermijden. Maar dat creëert natuurlijk onwenselijk gedrag. Het is goed dat men de mensen toont dat er wel degelijk risico’s verbonden zijn aan hun beleggingen. Dat zal hen tot voorzichtigheid aanmanen.’

Dus iedereen zal in de toekomst voorzichtiger moeten zijn met de manier waarop men zijn geld belegt, ook op spaarrekeningen?

'Dat de noodzakelijke hervormingen in Europa niet gebeuren, heeft veel te maken met de invloed van de financiële sector. Die slaagt erin om heel wat verliezen en risico’s af te schuiven op de gemeenschap. In de Verenigde Staten is dat veel minder het geval. Daar laat men de banken failliet gaan. Die passen dan in de toekomst wel beter op. Dijsselbloem heeft de kapitaalmarkten een schot voor de boeg gegeven door te stellen dat geld niet aan de bomen groeit. De banken in de Zuid-Europese landen hebben voor ongeveer 9200 miljard euro schulden. We kunnen deze afschrijvingen toch niet naar de belastingbetaler doorschuiven? Dat is trouwens alleen al door de omvang van de mogelijke verliezen onmogelijk.’

Maar is dit niet oneerlijk tegenover de spaarders? Die zoeken toch de risico’s niet op?

‘Dat is niet volledig juist. Er is natuurlijk de spaardersgarantie van 100 000 euro. In de Verenigde Staten ligt die overigens hoger, op 250 000 dollar. Die garantie is een goede zaak en dat blijft ook zo. Toch moet men durven stellen dat vele zogenaamde spaarders van probleembanken boter op hun hoofd hebben. Neem nu Cyprus. Men plaatste bewust hoge bedragen in Cyprus voor de hoge interesten. Dat noem ik eerder portfolio-optimalisatie in plaats van sparen. Het zal overigens moeilijk zijn om kapitaalvlucht te voorkomen. Weet u, Cyprus mag dan wel een eiland zijn, maar het heeft vele boten. En de Russische oligarchen die er hun geld geparkeerd hebben, zijn inventief.’

We hebben het nu over de banken gehad, maar dat is volgens u niet het grootste probleem in Europa.

‘Dat is juist. De financiële instellingen laten ons steeds geloven dat de wereld op de rand van de afgrond zou balanceren wanneer we de wanbetalers niet helpen. Maar in werkelijkheid is het gewoon hun eigen portfolio dat wel eens diep zou vallen. Het is goed dat investeerders ‘s nachts niet kunnen slapen – dat maant hen tot extra voorzichtigheid aan. Ik persoonlijk maak me meer zorgen over de miljoenen mensen die door het te sterk op de financiële wereld gerichte beleid aan hun lot dreigen te worden overgelaten.’

Laat ons het over de oplossingen voor de crisis hebben. U stelt dat de eurozone zo niet verder kan functioneren maar u bent geen tegenstander van de gemeenschappelijke munt.

‘Dat klopt. Ook ik geloofde in de jaren 1990 in het euro-project en ik was in januari 2002 erg blij met de eerste eurobankbiljetten. Nog steeds vind ik het een goed project en er is geen weg terug. Wel mag men niet blind zijn voor de ontwerpfouten van de euro en de gevolgen ervan. En men moet zonder taboes trachten deze fouten te corrigeren.’

U stelt dat de euro vooral ongelijkheid op het vlak van competitiviteit heeft veroorzaakt.

‘Ja, landen die doorgaans tien procent of meer rente moesten ophoesten, konden met de euro tegen de Duitse tarieven geld lenen. Dat heeft voor een zeepbel gezorgd. De loonkosten en het prijsniveau explodeerden in het Zuiden. Men schafte zich de dure Noord-Europese producten graag aan – op krediet – en zorgde zo voor onhoudbare tekorten op de handelsbalans. De competitiviteit van de lokale industrie en diensten viel sterk terug omdat de prijzen en lonen te sterk stegen. Weet u dat Griekenland ongeveer 60 % duurder is dan buurland Turkije? Dat kan toch niet?! Griekenland heeft zelfs een tekort op de handelsbalans voor landbouwproducten en plukt er de olijven niet meer van de bomen omdat de loonkost te hoog is.’

Heeft men te lang nagelaten om de juiste diagnose te stellen van de crisis?

‘Inderdaad. Velen zien de geldpers als oplossing voor de problemen. In feite is dit maar een pijnstiller die aan de ziekte van de patiënt niets verandert. Integendeel, de toestand wordt ernstiger en ernstiger. De geldpers die het Noorden aan het Zuiden uitleent, creëert geen jobs. Geldbiljetten gaan een jeugdwerkloosheid van meer dan 50 % niet wegwerken. Dat kan alleen door economische groei. De enige oplossing, het medicijn, zo u wil, is een tijdelijke exit uit de eurozone zodat de Zuid-Europese landen hun concurrentiekracht kunnen herstellen. Griekenland moet minstens 50 % goedkoper worden.’

Welke landen zouden dan moeten uittreden?

‘Wel, ik denk dat het voorlopig voor Griekenland en Portugal het best zou zijn om uit te treden. In Spanje is men op de goede weg, maar men staat wel nog helemaal aan het begin ervan. De Spaanse loonmatiging is een goed signaal, maar het volstaat allemaal nog niet. Het land moet nog veel goedkoper worden. Dat zal nog wel wat tijd kosten.’

Griekenland en Portugal zijn ver weg van België. maar ook wij kennen onze problemen. Wat is uw inschatting van de economische toestand van België?

‘Het probleem van België is de te hoge loonkost. Dit houdt enorme bedreigingen in. Weet u dat het in Duitsland de sociaaldemocraat Schröder was die er met zijn hervormingen voor gezorgd heeft dat mijn land nu zo competitief is en een relatief lage werkloosheid kent? Werk hebben betekent zoveel meer dan een inkomen. Het biedt ook zelfrespect en zingeving, een gevoel van er bij te horen. Het Duitse concept is eenvoudig: de overheid moet eerst zorgen dat zoveel mogelijk mensen werken en daarna dan dat deze een voldoende inkomen hebben om te leven. Voor de mini-jobs of de jobs voor niet-geschoolden moet de overheid dus geld bijpassen. Merkt u het fijne verschil met het opzet van minimumlonen die ervoor moeten zorgen dat men een voldoende inkomen haalt uit de job zelf? Zo’n aanpak zorgt er echter voor dat de mini-jobs uiteindelijk onbetaalbaar worden. Ofwel verdwijnen deze jobs dan volledig, ofwel verschuiven ze naar het buitenland.’

Men stelt dikwijls dat wij in het Noorden te weinig bereidheid tot solidariteit tonen met het Zuiden. Ook in België zelf speelt dit argument een rol.

‘Over de politieke toestand spreek ik me niet uit. Maar ik stel vast dat men in Europa ondertussen het woord nationalist als scheldwoord gebruikt voor iedereen die zijn portefeuille niet snel genoeg opent.’

Net als Duitsland houdt België vast aan het voornemen om kernenergie op te geven. Een verstandige keuze?

‘Ik denk dat men langzaam inziet dat dit een vergissing is, maar of men ze tijdig rechtzet is maar de vraag. Ik heb politici al zoveel fouten zien maken. Voor de Groenen in Duitsland was de antiatoombeweging het belangrijkste element van hun politieke ideologie. Ondertussen vernielen de duizenden windmolens wel de mooie landschappen in Duitsland. Zelfs Japan, dat onder invloed van de vreselijke ramp zijn kerncentrales had stilgelegd, neemt ze thans na reparaties terug in dienst. België en Duitsland staan dus alleen wat betreft de kernuitstap.’